Heemkundige Kring Sas van Gent


Onderwijs in Westdorpe

De kus van de juffrouw

De Kus van de juffrouw..…
Laten wij de griffel ter hand nemen in het jaar 1897. Meester Remerij had per 1 juli 1897 op de meest eervolle wijze op eigen verzoek zíjn ontslag gekregen, wegens gevorderde leeftijd. Hij is overleden te Westdorpe 17 maart 1905 op 77 jarige leeftijd. Hij heeft tot zijn zeventigste jaar voor de klas gestaan, iets wat wij ons nu nauwelijks kunnen voorstellen. Het personeel aan de Openbare Lagere School was dus in 1897 als volgt:

1. Hoofdonderwijzer vacature per 01 juli 1897,
2. Henri Francois Jean Bijlevelt, onderwijzer,
3. Jacobus Francois Peuleman, onderwijzer met hoofdacte.
4. Rudolphus Hamerlinck, onderwíjzer,
5. Pieter Cyrilles Bruggeman, onderwijzer,
6. Maria Johanna de Le Lijs, onderwijzeres.

Op de vacature van hoofdonderwijzer kwamen 14 kandidaten af. Tijdens de raadsvergadering van 18 juni 1897 werd de heer P.J. Bouwmans tot hoofd der O.L. School benoemd. De heer Peuleman werd met ingang van 1 juli waarnemend hoofdonderwijzer, híj was tenslotte de onderwijzer met hoofdacte. Voor deze tijdelijke waarneming ontving hij een extra gratificatie van fl. 20 --.
Het " tijdperk meester Bouwmans " brak aan. Al onze ouders hebben ongetwijfeld bij meester Bouwmans in de klas gezeten.

Wie was deze meester Bouwmans?

Bij zijn benoeming te Westdorpe, konden ze er eigenlijk niet onderuit. HÍj bezat van alle kandidaten de beste papieren. Meester Bouwmans was in het bezit van de akte Fransch, wat ze in Westdorpe toch wel een prettige bíjkomstigheid vonden. De akte Wiskunde, Vrije- en Ordeoefeningen. Diploma Maatschappij tot bevordering der Toonkunst.
Petrus Joannes Bouwmans geboren 02 januari 1865 te Helmond. Hij was gehuwd met Philomena Johanna van de Moer, geboren te Woensdrecht 16 juni 1961. De ooievaar kwam zeven keer op bezoek bij de familie Bouwmans. De oudste werd geboren in Oostburg op 26 oktober 1890. Haar naam was Philomena en is later als onderwijzeres naar Limburg vertrokken. Emma werd eveneens in Oostburg geboren precies een jaar later, dus 26 oktober 1891. Zíj huwde met Dhr. Heyman te Westdorpe. Kinderen hiervan wonen nog te Westdorpe. Daarna verhuisde de familie naar Hoofdplaat, waar op 24 maart 1893 Maria werd geboren, gevolgd door Catharina op 25 augustus 1895. Deze naam zullen we nog tegenkomen tijdens ons verhaal. Juffrouw Cato heeft namelijk vele jaren als onderwijzeres aan de Westdorpse school gestaan. Het laatste kind geboren in Hoofdplaat was Emile. Hij is op jonge leef tijd overleden. In 1897 kwamen ze in Westdorpe wonen en de ooievaar bleef de familie bezoeken. Daar werd op 16 augustus 1898 Arthur geboren. Ook hij is onderwijzer geworden en werd hoofdonderwijzer aan de school te Zundert. De jongste Martha werd 2l december 1899 geboren, zíj huwde met Dhr. de Coene uit Sas van Gent, die nog niet zo lang geleden te Sas van Gent zíjn eeuwfeest vierde.
Meester Bouwmans is onderwijzer geweest te Grave en Woensdrecht. In Woensdrecht leerde hij zijn verloofde kennen, Vervolgens was hij te Oostburg hoofd der Byzondere R.K. Parochiale School. Als laatst was hij hoofd der openbare school te Slijkplaat (gemeente Hoofdplaat), die ongeveer 80 leerlingen telde. De schoolopziener in het arrondissement Oostburg noemde hem een volijverige onderwijzer, op wiens levensgedrag niet het minst viel aan te merken, een uitstekende schoolhouder die zeer vruchtbaar onderwijs gaf en zeer bekwaam was in zijn vak, dat hij met liefde uitoefende.
Bij een bezoek van de schoolopziener, maakte zijn school een gunstige indruk. Aanvankelijk zou hij 1 juli in dienst treden, maar om waardig afscheid te nemen in slijkplaat werd het 1 augustus. Hij stuurde een keurig briefje naar de burgemeester met de mededeling, dat de voerman, die hun spullen zou overbrengen, de eerste week van augustus bezet was en ze dus niet eerder konden verhuizen dan dinsdag 10 augustus. Indien de raad bezwaar zou maken was hij bereid vooruit te komen of een andere voerman te zoeken, Bouwmans had echter geluk want de zomervakantie begon 2 augustus en duurde twee weken. Dus had hij ruimschoots de tijd om te verhuizen. Hij was een zeer respectabele man, iemand die ook rechtvaardig was. Volgens oudere Westdorpenaren, die nog bij hem in de klas hebben gezeten, was hij zeer kundig en punctueel. Een man overigens waar je de klok op kon gelijk zetten. Hij heeft ook veel goede leerlingen gestimuleerd om verder te studeren. Bij zijn  afscheid als onderwijzer van de school pikte hij een traantje weg, aldus enkele oud-leerlingen. Hij is te Westdorpe overleden op 9 augustus 1952.
In 1899 werd goedkeuring verleend voor het verbouwen en vergroten van de school en het plaatsen van schoolmeubelen. De leerplichtwet van 1900 kwam tot stand. Door deze wet werden de ouders verplicht hun kinderen van 7 tot 13 jaar onderwijs te laten volgen. In de praktijk werd er rekening gehouden met schoolverzuim en deze wet stond maximaal zes weken verlof toe, om mee te helpen op het, bedrijf. De gemeenten kregen de taak op de uitvoering van de wet te letten. Dus werd de commissie tot wering van schoolverzuim gevormd, wat ik al eerder vermeldde.
In 1902 werden de kinderen tot de openbare lagere school toegelaten per 1 april indien ze de leeftijd van 6 jaar dat zelfde jaar hadden bereikt, of nog zullen bereiken en tegen overlegging van een bewijs van vaccinatie wat bij het hoofd der schoof daartoe tijdig behoorde te worden ingeleverd.
Door de ziekte van onderwijzer Rudolphus Hamerlinck ontstond er een probleem. Het was ondertussen half september 1906 en Hamerlinck was al afwezig sinds 30 juni. Door het vele verzuim in de zomermaanden konden twee klassen worden gecombineerd. Maar met de winter voor de deur was de toevloed van leerlingen zo groot, dat er in alle klassen geen goed onderwijs mogelijk was.
De hoofdonderwijzer vraagde aan het gemeentebestuur om een vervanger. Deze kwam er echter niet. Rudolf Hamerlinck was nog steeds niet werkzaam wegens ziekte. Op 1 april 1907 kreeg hij op eigen verzoek eervol ontslag. In mijn vorig verhaaltje is een foutje geslopen. Er staat namelijk dat Angelique Marie Waelput als vervangster kwam van Mej. de Le Lijs. Dit is onjuist. Mej. Waelput werd met ingang van 1 juni 1907 benoemd in de plaats van meester Hamerlinck. Zíj kreeg een aanstelling met een jaarwedde van f. 600,00. Ze bezat de akte voor nuttige handwerken en die voor de vrije- en orde oefeningen der gymnastiek. Op 1 juni kon zíj echter nog niet in functie treden en zij begon op 2 juli 1907. Meester Bijlevelt gaf in de wintermaanden een Iandbouwcursus op de zaterdagavond en zondagmorgen in verschillende dorpen. In de winter van 1907 gaf hij les in de gemeente Eede. Hij mocht de school te Westdorpe, waar toen op zaterdagmorgen nog les werd gegeven, om half elf verlaten, onder voorwaarde dat op de weekdagen zijn klas een half uur vroeger zal aanvangen, ‘zodat geene vermindering van schooluren van de leerlingen zijner klasse zal ontstaan.
Meester Bouwmans en meester Peulemans gaven in de wintermaanden herhalingsonderwijs. Op maandag- en vrijdagavond werd door Bouwmans van 18.00 uur tot 20.00 uur de beginselen der Nederlandse taal en natuurkunde gegeven en dinsdag- en donderdagavond was het de beurt aan Peulemans met rekenen en oefeningen in het handtekenen. De zaterdagmiddag werd door Mej. Waelput nuttige handwerken gegeven. Deze leerkrachten aan het herhalingsonderwijs kregen hiervoor f.0.75 per lesuur. Het schoolgeld voor dagonderwijs bedroeg f.0.40 per kind per maand. Twee kinderen uit een gezin betaalden f.0,30. F.0.25 voor drie kinderen. Vier kinderen of meer f.0.20. Minvermogenden betaalden de helft en onvermogende niets.
Op het eind van 1910 kreeg meester Bruggeman teveel kinderen in zijn klas en werd er door de schoolopziener een kracht aangevraagd. Er was geen gemeentegeld beschikbaar en in overleg met het hoofd der school werd er een regeling getroffen,  waardoor onderwijzer Bruggeman een twintigtal leerlingen minder had. Deze werden verdeeld over de klassen van de onderwijzers Peuleman en Bijlevelt.
Meester Bruggeman vraagt ontslag per 01 maart 1912. In zíjn plaats wordt dhr. Alphons Nicolaas Klaaysen benoemd. Hij werd geboren in Aardenburg 17 januari 1892. Meester Klaaysen is hier niet zolang gebleven, maar lang genoeg om een romance te laten opbloeien tussen hem en onderwijzeres Waelput. Alphons Klaaysen kreeg; per 1 juni 1915 op eigen verzoek ontslag wegens benoeming aan de school voor M U L O te Aardenburg. Mej. Waelput nam per 1 september datzelfde jaar ontslag wegens huwelijk met meester Klaaysen.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden de lessen opgeschort, omdat de openbare school in gebruik was voor de vluchtelingen. Er moesten in 1915 twee leerkrachten vervangen worden. Als eerste kwam Paulina Louisa Baart. Zij werd geboren op 22 december 1894. Het was haar eerste betrekking. Zij werd 15 februari 1916 benoemd te Clinge. De volgende kandidaat was trouwer voor Westdorpe. De voordracht waarop de sollicitanten werden geplaatst, was in onderstaande volgorde:

1 , Mej . C. J. Bouwmans
2. De heer R.N.A. Lafarre
3. De heer A.L. Boel
4, De heer J.A. Breepoel

De eerst geplaatste juffrouw Bouwmans was de dochter van het hoofd der school. Meester Bouwmans wenste er niet verder op in te gaan, toch nam hij de vrijheid erop te wijzen, dat het zijn inziens zeer gewenst zou zijn dat er een onderwijzeres werd benoemd. Verschillende leerlingen van Westdorpe waren de laatste tijd naar de Byzondere School te Sas van Gent gegaan, omdat de ouders niet tevreden waren over de vorderingen der nuttige handwerken. Bij benoeming van een onderwijzeres zou men als vroeger beschikken over twee leerkrachten en dit zou ongetwijfeld aan de resultaten van het onderwijs in nuttige handwerken ten goede komen.
Juffrouw Cato zoals ze in de volksmond werd genoemd, heeft haar opleiding genoten aan de kweekschool te Etten. Vanuit Etten werd ze geprezen. Ze had zích altijd voorbeeldig gedragen, ijverig en was bij de hand. Ze was een korte tijd in Etten werkzaam geweest aan de zusterschool. Daarna kreeg ze een betrekking aan de R.K. Byzondere School te Sas van Gent. Ook daar werd vol lof over haar gesproken. Ze werd dus aangenomen per 1 juni 1915. Met ingang van 1 september 1915 werd ze benoemd als leerkracht tot het geven van onderwijs in vak K (nuttige handwerken) samen met Paulina Baart. Hun jaarwedde werd met fl. 75,00 verhoogd. Zij heeft als onderwijzeres ontslag gekregen per 01 september 1960. In de loop der jaren zal zíj in het onderwijs wel veel verandering hebben meegemaakt. Aan veel Westdorpenaren heeft ze het "aap-noot-mies" geleerd en hun leren schrijven. Het hele proces van griffel naar inktpot heeft ze meegemaakt. Het was een opgeruimd mens die goed met de tijd meekon. Meestal toen ze van huis naar school liep, was ze aan het zingen. Juffrouw Bouwmans is te Westdorpe overleden op 06 december 1965. Volgens haar paspoort had ze een lengte van 1.66 m. donkerblond haar, zwarte wenkbrauwen , grijze ogen en een gewone neus en mond.
Rosalia de Maat kwam in de plaats van Mej. P. Baert op 01 mei 1916, Zij kwam uit Hontenisse, waar ze op 27 januari 1896 werd geboren. De toelating van leerlingen was in die tijd niet per 01 september zoals nu het geval is maar op 01 mei. Op de dag van toelating moesten de leerlingen 5 jaar en 6 maanden oud zíjn. Wegens kolengebrek eind 1917 konden de kinderen slechts 4 dagen per week naar school gaan. Het was immers nog steeds de Eerste Wereldoorlog, Om die vrije schooluren op te vangen zal elke dag een uur eerder begonnen worden. Daardoor kwam dan weer het dagelijkse katholiek onderricht in het gedrang. Pastoor Mijnen wil ondanks alles toch met de oefeningen doorgaan.
De toestand in 1919 van het personeel aan de openbare lagere school is als volgt:

1. P.J. Bouwmans, hoofd
2, J.F. Peuleman
3. H.F.J. van Bijlevelt
4  C.J. Bouwmans
5. R de Maat

Mej. de Maat vraagt eervol ontslag aan per 01 januari 1921 wegens hare benoeming aan de R.K. Byzondere School te Wagenberg. Voor deze vacature hadden zich aanvankelijk maar twee sollicitanten aangemeld. Maar volgens de wet moest er een voordracht zijn van minstens drie bevoegden, dus werd er een nieuwe oproep geplaatst.
Nu kwamen er drie sollicitanten, volgens het hoofd van school waren de rapporten van alle drie gunstig: " zowel wat hunnen werkzaamheden in de school betreft als hun gedrag buiten de schoof en hun optreden tegenover autoriteiten, overig personeel en medeburger”. Dhr. P.J. Bouwmans schrijft verder aan de raad: "daar de inlichtingen hoofdzakelijk verkregen zijn op schriftelijke aanvragen aan opgegeven adressen en er geen verschil van bekwaamheid is, acht ik mij niet gerechtigd een van hen in dit bericht in het bijzonder aan te bevelen of achter de anderen te stellen".
De drie kandidaten waren:

1. A1fred Cornelis Pluym woonplaats Westdorpe momenteel werkzaam aan de R.K. Byzondere School te Sint Jansteen, geboren 05 juni 1897 te Westdorpe. Bezit: Akte van bekwaamheid als onderwijzer, akte vrije-en orde oefeningen der gymnastiek, ongehuwd.

2. Albert Emile Marie Pladet woonplaats Nuenen, momenteel werkzaam aan de R.K. Byzondere Lagere School te Nuenen. Geboren te Westdorpe 07 augustus 1896. Bezit: akte van bekwaamheid als onderwijzer, akte vrije-en orde oefeningen der gymnastiek, ongehuwd.

3. Wilhelmina Christina Beerning woonplaats Doetinchem, tijdelijke onderwijzeres aan school 1 te Doetinchem, geboren te Doetinchem 15 maart 1896. Bezit: akte van bekwaamheid als onderwijzeres, akte van bekwaamheid nuttige handwerken voor meisjes en vrije-en orde oefeningen der gymnastiek. Oe onderwijzeres werd aIs nr. 3 op de voordracht geplaatst, omdat ze protestant was en de verwachting was, dat de school in de loop van 1921 Rooms Katholiek zou worden.

Alfred Cornelis Pluym werd per 1 februari 1921 als onderwijzer benoemd. De paasvakantie werd in 192O met veertien dagen verlengd, om de school van binnen en van buiten te kunnen schilderen. Voor het schilderen waren drie weken nodig en de paasvakantie was maar een week. Dit zullen de moeders ongetwijfeld leuk hebben gevonden. Voor de oudere leerlingen kwam het misschien goed uit in april om te helpen bij het werk op het land. De overgang van het openbaar onderwijs naar katholiek onderwijs ging natuurlijk niet van de een op de andere dag.
De gelijkheid voor de wet werd vastgelegd in de grondwet van 1917, artike192 en bepaalde onder meer het volgende:

1. Het onderwijs (dus niet alleen het openbaar, zoals voorheen) is een voorwerp van aanhoudende zorg der regering.
2. Het geven van onderwijs is vrij, behoudens het toezicht der overheid en behoudens het onderzoek naar de bekwaamheid en zedelijkheid van de onderwijzer; het een en ander door de wet te regelen.
3. In elke gemeente wordt van overheidswege voldoend openbaar lager onderwijs gegeven, maar van deze bepaling kan worden afgeweken, mits tot het vervangen van zodanig onderwijs gelegenheid wordt gegeven.
4. Het byzonder lager onderwijs wordt naar dezelfde maatstaven als het openbaar onderwijs bekostigd.

De nieuwe lage onderwijswet werd in 192O aangenomen en trad op 01 januari 1921 in werking. De strijd om de gelijkstelling was gestreden. In de loop van 1921 werden de ouders van schoolgaande kinderen gehoord in verband met de overgang. Er waren slechts twee ouders, die geen R.K. Byzonder lager onderwijs wilden voor hun kinderen, van deze ouders bezochten slechts drie leerlingen de school. Het totaal aantal leerlingen was toen 244. Het R.K. Kerkbestuur werd tevens R.K. Schoolbestuur met pastoor P. Mijnen als voorzitter. Per 29 december 1921 werd eervol ontslag verleend aan het onderwijzend personeel en zij werden per 1- januari 1922 in dienst genomen door het R.K. Schoolbestuur. Ook het schoolgebouw en onderwijzerswoning werden aan het R.K. Schoolbestuur beschikbaar gesteld. Het openbaar Lager Onderwijs werd hierbij afgesloten.
Een nieuwe periode breekt aan: De Byzondere Lagere School St. Joseph te Westdorpe.
Bij de overgang van openbaar naar byzonder onderwijs wil ik mijn verhaaltje afsluiten. Van de beginperiode van het Katholiek onderwijs is weinig te vinden, omdat door oorlogsgeweld namelijk het kerkelijk archief verloren is gegaan. Inmiddels is er aan het onderwijs ook al veel veranderd. Er werd een nieuwe school gebouwd in 1951 aan het eind van de Wilhelminastraat, een vijfklassige school, in eerste instantie met een gymnastieklokaal, later omgezet in rijwielstalling. Dit laatste waarschijnlijk om de kosten te drukken. Ondertussen kwamen er nog verschillende verbouwingen aan de school. Het lager onderwijs werd samengevoegd met het kleuteronderwijs en gaat nu verder onder de naam Basisonderwijs. De basisschool in Westdorpe heet momenteel "De Kreeke" en directeur is sinds 12 juni 1985 Gerard Langeraert. De ingang van de school is tegenwoordig aan de Singel.

 

bron: Gemeentearchief Sas van Gent.

Schoolfoto omstreeks 191 6.

Bovenste rij: van L. / R. Alfred Oderii, Rudolf Kerckhaert, Francois Delraert, Remi Goethals, Johan v.d. Heyden, Johan v.d. Abeele, Arthur Baecke, Camiel Thomas, Richard Soethaert.
Tweede rij: Savenie selis, Elvira de Grof, Martha Guinau, Irena Dhaene, ?, Elodie Kindt, Angele Pluym, Louisa Vervaet, Julma van Hecke, Meester Bouwmans.
Derde rij: Staf Rotthier, Remi Plasschaert, Rafael Gijsel, Johan Gijsel, Andre Vervaet, George Dehulsters, Urbain van Keulenbroek, Honore de Munck, Alexander Geerinck.
Zittende: Irma Mol, Germaine van Troost, Emerie van Waes, Brigite Rotthier, Maurice van Acker, Marietje Vernaeve, Marietje Thomas.